Edelherten
Aardhuispark
Cannenburgergat Kroondomein Het Loo
This slideshow uses a JQuery script adapted from Pixedelic
Wild zwijn
Wild zwijn
Bloesem
Boslaan
Boslaan
Hemelharp
Hemelharp

Wat doet de boom met..........

Iedereen kent wel een boom. In het bos, in uw straat of uw buurt. Maar hoe goed kennen u eigenlijk deze bomen? U weet vast wel het verschil tussen een beuk en een eik. Maar er zijn er zo veel veel meer. Loofbomen en naaldbomen. Loofbomen zijn bomen met bladeren, naaldbomen zegt het al, hebben naalden. En bomen zijn geen struiken. 
Ik hou het bij de loofbomen, zoals de beuk en eik. 

Je staat er niet bij stil, maar weet u dat een boom kan zien? Nou ja, zien, hij kan waarnemen. Nu denkt u vast, waar komt die onzin vandaan. Maar het is verre van onzin. U heeft vast wel een plant in de kamer, voor het raam. Moet u hem ook regelmatig omdraaien? Vast wel, hij groeit één kant op, namelijk de kant van het licht. Dat is nou precies wat een boom ook doet. Hij groeit naar het licht. Als ik tijdens één van mijn gidstochten vertel: "weet u dat een boom kan zien", zie ik de deelnemers vreemd naar me kijken. Maar als ik de kamerplant erbij haal, wordt het helemaal duidelijk. 

Nu is het winter.

Niet alleen zijn er dieren die een winterslaap houden. Nee, ook de bomen houden een soort winterslaap, een diepe rust. Dat hebben ze heel hard nodig, uitrusten van al het werk van de afgelopen twee seizoenen.  Die rust gebruiken ze om voor het volgend voorjaar aan te sterken.  Maar voordat ze in totale rust zijn gegaan, hebben ze eerst nog veel werk verzet. En wij hebben daar allen van mogen genieten. Al die prachtige herfstkleuren, Hoeveel foto's heeft u mogen maken? Wat zijn ze toch mooi. 

 herfstbeuk.jpg

We kijken mee vanaf het begin van de herfst. De blaadjes gaan kleuren. Groen, geel, rood, alles even mooi, zeker als de zon er doorheen schijnt. Wij vinden dat een prachtig gezicht. Gaan extra wandelen, nemen de fotocamera mee. Het geeft ons extra energie. 

Maar de boom, gaat dit proces zomaar vanzelf? Nee, daar moet hij hard voor werken. Het kost hem energie, veel energie. Een voor één haalt hij de kleuren uit het blad. Deze kleuren noemen we chlorofyl. Ze worden opgeslagen, deels in de takken, deels in de wortel. Daar worden ze bewaard om het volgende voorjaar weer te gebruiken.

De bladeren kleuren rood, deze kleurkorrel noemen we anthocyaan. Daarna kleuren de bladeren wat oranje, die kleurkorrel heeft de naam caroteen gekregen. Dan kleurt het blad geel, xantofyl. En uiteindelijk zal het blad leeg van chlorofyl zijn en bruin worden. Het meeste blad zal van de boom vallen. Echter, jonge beuken houden hun blad tot diep in het voorjaar vast. De rede hiervan is dat hij zichzelf beschermt tegen zonnebrand.  

eikenboomstam_2.jpg

Dat zie je goed bij een beukenhaag. Tot de nieuwe bladeren aan de haag komen, zitten de oude er nog aan. Zo voorkomt de haag dat hij verbarnd in de voorjaarszon. Als de groene blaadjes eenmaal groeien, laat de haag de oude pas vallen. Ook in het bos kun je dit tegen komen, eenbeuk vol bruine bladeren. Dan zit er een open plek bij de boom. De zon kan met haar warme stralen de stam bereiken. Maar met de bescherming van het oude blad zal dat niet gaan.

Er is nog veel meer over de beuk te vertellen, maar dat doe ik een andere keer. 

 

Schrijf reactie (2 Reacties)

Wat is jou fantasie

Fantasie kun je in allerlei soorten en maten hebben. Dat kan mooie, maar ook lelijke fantasie zijn. Daar kun je zelf wel invullen welke dat kunnen zijn. Ik vind de kinderlijke fantasie wel heel leuk. Als je de kleintjes hoort praten, komt er vaak zoveel onschuldigs uit hun kleine mondjes. Zo was ik eens meteen gezin, opa en oma gingen ook mee, op een tocht door het bos. Ja, voor de grote is er veel te vertellen, ze begrijpen jou taal. Maar voor die kleintjes was het wel een ander verhaal. 

Zo was het ook deze dag. In de vroege ochtend had het geregend. Plassen water stonden in de gaten van de zandweg. Aan het begin van de wandeling hadden we enkele zwijnen gezien, maar daarna was het toch naar stil in het bos. Het was al diep in de herfst. Enkele paddenstoelen stonden tussen de bruine bladeren op de grond. Je wilt dan graag herten en meer zwijnen aan de mensen laten zien, maar dat wild bepaald zelf of ze gezien willen worden of niet. Ver weg zijn ze meestal niet, maar toch.

Er staat een witte paddenstoel dicht tegen een beukenboom aan. Ik stop. Ja, de kleintjes moeten toch ook iets beleven. Ik ga op mijn knieën in het natte grind van de weg zitten. Iets naar voren, dacht ik nog. Maar daar is mos! maakt niet uit, ik was toch al nat. Ik buig mij naar de paddenstoel en begin zachtjes te praten, wenk de kinderen dat ze dichterbij komen. En ja. Daar zaten we dan. Op onze knieën. Allen kijkend naar die paddenstoel. Maar dan? Ik zal toch wat moeten vertellen, anders waren ze voor niets in het natte mos gaan zitten.

Gelukkig kan ik me ook in hun verplaatsen. "zien jullie deze paddenstoel", vraag ik zachtjes. Ja, je weet niet of er iemand thuis is. Wat dan, woont er dan iemand? Alle oogjes zijn op de paddenstoel gericht. Dan begin ik te vertellen. "Zien jullie dat deurtje daar? Kijk, hier is het". En ik wijs het aan. Zal ik je vertellen dat er geen deurtje zat, maar dat wist je natuur al. Er zat zelfs geen vlekje op de steel van de paddenstoel. Ik vertel door: "Wie zou hier wonen". Ik fluister nu heel zachtjes, want......... "Kijk, ze hebben ook een paadje naar hun deurtje,, zien jullie dat". Nou, allemaal zagen ze ook nog dat paadje. Ik vraag of ze weten wie er in de paddenstoel woont. Nou, wat denk je, de eerste naam is gevallen. Kabouter Plop natuurlijk. Nee, niemand kent David de boskabouter nog, of Piggelmee. "Dus jullie denken dat kabouter Plop daar woont? Maar die heeft toch een hele dikke buik? Kan hij dan nog wel door het deurtje? Je ziet de kleine rimpeltjes al verschijnen. Vragende ogen, denkende hersenen. Nee, dat kon niet. Hij heeft echt een hele dikke buik. Maar wie dan? Maar dan is er een kleine professor in ons midden. Hij heeft de oplossing. Een klein mannetje, schat van 3 a 4 jaar oud, weet de oplossing. Bij gebrek aan meer kennis van kabouters antwoord hij "kabouter Plop woont hier wel". Iedereen kijkt naar de jongen. Zou hij de oplossing voor Plops dikke buik hebben? Ik draai me om en kijk de jongen vanuit mijn zittende positie aan. Als ook de kinderogen op hem gericht zijn, deinst hij toch wat terug. Maar dan heft hij het hoofd. "Nou", zegt hij; "Dat gaat gewoon zo". Maar hoe dan zie je een ieder denken.
"Dat gaat gewoon zo. Zioef naar boven en zioef naar beneden". "Maar hoe kan dat dan", vraag ik hem. En hij antwoord triomfantelijk; "Nou, er zit een lift in". Kijk, zo logisch denk een kind. Onze kabouters moesten nog met trapjes werken. Maar deze kleine jonge man is van deze tijd. Hij heeft wel een oplossing. Gewoon een lift in de boom bouwen. Zie je hoe simpel een kind denkt? Als je zelf deze fantasie van onze kindertijd kunt vasthouden in je grotemensenleven, dan is het niet moeilijk om je in het kind van nu te verplaatsen. En............je beleeft er mooie dingen mee. 

17 gratis boom kleurplaten | Leuke-kleurplaten.nl

 

 

Schrijf reactie (2 Reacties)

Mijn houten leven

HALLO, IK WAS EEN BOOM.

Wat is dat?                                                                                                                                                                                                              Elke keer als ik in het bos ben, sta ik versteld hoeveel gezonde bomen er momenteel afgezaagd worden. Rede, geld.                                                                                                                                                                                                                 Als er al gezaagd moet worden, waarom dan geen respect voor dit levende wezen, de boom. Er wordt namelijk veel meer vernield dan alleen bomen zagen. Andere bomen worden beschadigd door de machines die dwars door het bos jakkeren, zonder op of om te kijken.

De boom klaagt niet hardop. Maar we weten inmiddels dat er veel meer gevoel bij bomen speeld dan we tot nu toe hebben kunnen denken. Daarom dit bericht.                                                                                                                 
Boswerkers hebben mij omgezaagd. Niet leuk, maar soms is het niet anders. Wel hebben ze mij erg ruig neergehaald.  En dat doet pijn                                                                                                                                                                                                                                 Mijn familie wil mij niet kwijt, ik krijg van hen nog steeds voeding. Kijk maar naar mijn opstaande rand.  Nu ben ik ziek geworden en zal ik afsterven. Dan wordt ik voeding voor mijn familie. Ben ik toch blij. 

Schrijf reactie (0 Reacties)

              Eén met de reuzen van het woud

 

Eenzaam en alleen loopt Kelly door het grote, Veluwse bos. De vroegere Houtvesterij, nu Kroon Domein het Loo. Eenzaam en toch niet alleen. Een koolmees kijkt vanaf een tak op haar neer. Maar neerkijken op haar doet hij niet. Hij heeft geen haast en vliegt niet op. Tjilp, tjilp, zingt hij zijn vroege voorjaarslied. Een eenvoudige tekst, doch voor Kelly onmogelijk om met de koolmees mee te zingen.

In de verte klinkt de roep van een Vlaamse gaai. Zou het een Vlaam zijn? Ze weet het niet. Het is ook niet belangrijk. Even verder hoort ze de riedel van de zang van een roodborst. Hij doet zijn naam eer aan. Een rode borst, een prachtig klein vogeltje, meestal alleen en toch……niet eenzaam.

Langs het pad liggen de stammen van de eens zo grote woudreuzen. Boven hen staan Douglassen met hun kruin fier in de wind, nederkijkend op hun kameraden, die ver beneden hen, liggen te wachten tot iemand zich over hen ontfermt. De bosbodem ligt bezaaid met een vloerbedekking van afgevallen dennentakken. Heel ver van haar verwijderd klinkt het geronk van een klein vliegtuigje. Altijd weer de verstorende menselijke factor in het eens zo stille woud.

Het is een bewolkte dag, met zo nu en dan een waterig zonnetje. Af en toe valt er een klein spatje regen naar beneden. Komt dat nog van de bomen die hun vocht, in deze mooie vroege ochtend, afstoten, of is dat een voorbode van het voorspelde, onstuimige weer.

Het pad waarop Kelly zich bevindt, is enigszins klimmend en dan weer dalend. Dan verlaat ze het donkere bos en komt in een oud, half afgebrokkeld beukenbos. Vele van hen zijn gesneuveld onder het geweld van moeder natuur. Stormen die over het bos raasden, hebben haar van haar schoonheid beroofd. Grote zwammen zijn begonnen met het verslinden van hun prooi. Als traptreden hebben ze zich gevestigd aan de skeletten van de eens zo weelderige beuken. Op rottende takken groeit een verscheidenheid aan schimmels. Het eens zo mooie bos ziet er uit als een echte ruïne. Plaats makend voor het nieuwe leven dat hier uit voort vloeit. Immers, dood hout is niet dood.

Het was veertien september, negentienvierennegentig, toen zij hier voor het laatst fietste met haar vader. Hun laatste jaar samen, zou later blijken. Het laatste jaar samen door het Kroon Domein.

Net na de bronsttijd overleed hij, aan de gevolgen van long en botkanker. Kelly hoort hem nog roepen, toen zij in hun laatste jaar samen, over dit pad, naar beneden raasden. Wat moet hij een pijn gehad hebben. Het regende, maar vandaag was het de laatste dag dat ze binnen in dit gebied mochten komen. Morgen wordt namelijk het binnengebied voor enkele maanden afgesloten. De jacht is begonnen. Vijfentwintig december gaat het gebied weer open. Dan is het raustijd voor de wilde zwijnen. En de herten zijn dan al drachtig. Alleen, veel dieren zal je in die tijd niet zien Ze hebben rust nodig en zitten diep in de bossen verscholen. Verstopt voor de jager, die hem veel van zijn familie heeft ontnomen. Helaas, maar door gebrek aan natuurlijke rovers noodzakelijk geworden.

Met donkere wolken enerzijds en een waterig zonnetje anderzijds, wandelt Kelly te midden van een orkest, gemaakt door de vele vogels die het bos herbergt. De één nog luider dan de ander. Van de krachtige roep van de koolmees, naar het bedaarde melodietje van de staartmees, aangevuld met de triangel van de roodborst en de gekraagde roodstaart, komen de herinneringen boven drijven, bij het doorkruizen van dit gedeelte van het bos.

Voordat de storm dit stuk bos had verwoest, liepen er eens drie mensen te sjouwen door een dicht begroeit jong dennenbos. Ze waren op weg naar hun auto en wilden niet waargenomen worden stiekem, in het groen gekleed, liepen zij door het bos. Voor Kelly zo bekende bos. Stiekem, want wat ze bij zich hadden, was voor hen een kostbaar bezit. Kort voor hun ogen had een mannelijk hert één van zijn stangen afgeworpen. En even verderop werd de andere afgeworpen. Dat was voor het oog van hen niet onopgemerkt gebleven. Uit één stang sijpelde langzaam het laatste restje bloed. Als een speer waren ze op de geweien toegesneld. Als een hert één stang verliest, schud hij vaak net zo lang tot ook de andere stang eraf valt. Eén stang kan wel tien kilo wegen. Kelly had twee vrienden mee. Eén van hen zag een derde stang liggen. Zwijgzaam, doch in opgewonden stand, wijst hij naar de stang. Zoiets laat je niet zomaar liggen. Wanneer krijg je weer zo’n kans? Misschien wel nooit meer.

Dit verklaard dan ook hun struken kruperig gedrag. Alle stangen zijn door één van hen gevonden. Een daarvan wordt aan Kelly geschonken. Wat is ze er blij mee. Ze koestert het elke dag.

Kelly is afgedwaald met haar gedachten en passeerde zojuist het stokje van Gerjanne. Niet dat daar dan nog iets van over is, maar voor hen is het een herkenningspunt. Het pad loopt gestaag omhoog.

Wilde zwijnen hebben de route naar de Hoge Duvel gemarkeerd. Dan signaleert Kelly de eerste mens van deze dag. In de verte komt een man met een hond aangewandeld. Kelly heeft hier geen zin in en verhoogd haar tempo. Dan loopt zij een smal bospad in en verdwijnt uit de man zijn gezichtsveld. Dat het een man is, is maar een veronderstelling, omdat ze, buiten haarzelf, niet eerder een vrouw alleen in het bos is tegen gekomen. Niet dat ze er niet zullen zijn, maar zij heeft er nog niet één in haar nabijheid ontmoet.

Ondanks dat het net na de middag is, wordt het plotseling kouder in het nog kale bos. En schrijven met deze koude vingers is er ook niet gemakkelijker op geworden. Alles gaat nu moeizaam. Ook de wind begint nu aan te trekken. De ruisende boomtoppen laten de alarmroep van de Vlaamse gaai door de bomen stromen. Nog altijd heeft Kelly geen grof wild gezien. Dat is voor het eerst sinds tijden. De meeste dagen ziet ze wel tussen de vijftien en vijfendertig herten. En de laatste dagen gelukkig ook weer meer zwijnen.

Kelly doorkruist het wildgebied en passeert de plek waar ze eens dood vliegend hert heeft gevonden. Even slaat ze haar armen gestrekt om haar lijf. Dat is wel nodig. Een beetje stijf geworden, in deze strakke houding, klappen haar handen op haar rug. Het warme bloed stroomt terug naar haar handen.

Dan steekt ze de Wieselseweg over. In de verte ziet zij twee mountainbikers aankomen. Rustig slentert zij door. Even kijkt ze op haar passenteller. Een tegenvaller. 4.42 kilometer, dat is voor een zaterdag niet veel, maar net genoeg om de rust in jezelf terug te vinden en te genieten van een mooie, vrije natuur.

Heerlijk de Veluwse bossen in. Bewapend met pen en papier, welke zij graag ter hand neemt. De verrekijker hangt om haar nek. Haar geest loopt leeg en gelijk weer vol. Vol van de schoonheid van dit mooie woud. Vol met klanken van de vele vogels. Herinneringen in overvloed. Mooie herinneringen, maar ook minder mooie. Maar ze raken haar niet in het hart. Kelly ziet aan de bandensporen op het pad, dat de Jachtopziener zijn ronde al heeft gedaan.

Een paar jaar geleden, het was ook in september, was het Kelly opgevallen dat er op het pad, een grote hoeveelheid voer op één rij was uitgestrooid. Het was haar duidelijk dat, wat aan de kant lag, was bedoeld om de zwijnen te voeren en tevens om deze op een schietschijf op één rij te krijgen. Gemakkelijker kunnen jagers het haast niet krijgen. Enkele dagen voor de afsluiting van dit gebied kon zij, verdekt opgesteld, de wilde zwijnen tot op een korte afstand benaderen. De meeste waren zwijnen tussen de drie en vijf jaar oud.

Rustig aan nadert Kelly het Soerense Veld. De donkere wolken dreigen uit te zakken en over haar heen te storten. Zou ze het droog houden tot aan de auto? Op een rechte laan kwam een gezin, dat ze herkende uit Uddel, aangewandeld. Zes kinderen, een vader en een moeder. Wat een roedel, dacht Kelly, maar dan beseft ze dat ze thuis zelf ook zo’n kudde heeft zitten. Maar voor haarzelf was dit echter nooit zo opgevallen. Evenmin als dat voor dit gezin het geval zal zijn. Het is een prachtig gezicht.

Omdat Kelly een kleine omweg heeft gemaakt, komt ze tegelijk met het achtkoppige gezin aan op de parkeerplaats. Stond Kelly hier vanmorgen nog helemaal alleen, er staan nu inmiddels tien auto’s geparkeerd. Allemaal nog even genieten van het droge weer. Morgen zal het anders zijn. Vast de voorspelde regen en wind. Nog eenmaal kijkt Kelly op haar passenteller. Deze staat inmiddels op tien kilometer. Genoeg voor vandaag. Kelly verlaat haar geliefde plekje en keert terug naar huis. Het was een zeer geslaagde dag.

 

Wat is een boom?

Moet ik dat nog vragen? Het lijkt mij dat iedereen wel een boom kent. En dan bedoel ik de soort boom. Ik zal enkele namen noemen. Zo hebben we de eik, dat we een zomer, winter en Amerikaanse eik hebben laten we even in het midden. We kennen de beuk, ook hier de haagbeuk, de rode en gewone beuk. Zo is er de berk, de zachte en de ruwe berk. En zo kunnen we nog wel even doorgaan. Op deze pagina heeft lange tijd gestaan dat een boom van hout is. Dat was een grapje van de webmaster. Die houden we er in. Bomen vind je in een tuin, langs een laan, in het duin en in het bos. En er zijn vast nog meer plaatsen waar we bomen tegen kunnen komen. Dat laten we allemaal maar even rusten. 

Dat een boom ook een kunstwerk kan zijn, zie je op de foto hier onder. Zie je die mooie donkere vlakken in de stam? Dat zijn plaatsen waar takken hun uitweg hebben gevonden. Het wit wat je op het zaagvlak ziet, is hars. Hars kleeft heel erg. Krijg je het aan je handen, heb je het idee dat je vingers niet meer van elkaar kunnen. Dat is natuurlijk niet zo. Maar als je het in je kleding krijgt, wordt je ineens toch wel een stuk minder vrolijk. 

Ik heb dit stukje even geschreven, zodat je bij bomen niet gelijk op een lege pagina zit te kijken. Maar natuurlijk kom ik hier terug met een zinnig stuk. Bijvoorbeeld de samenwerking tussen bomen en andere bomen, planten en zelfs paddenstoelen. Tot dan moet je het even doen met dit stukje. Helaas. 

 

 
Schrijf reactie (0 Reacties)
Copyright © 2023 edelhert . Alle rechten voorbehouden.