Verstoppertje spelen
Verstoppertje spelen, wie kent het niet. Als kind speelde we het vaak. Ook in het dierenrijk zien we verstoppertje spelen, voor elkaar, maar vooral voor ons. Kijk maar eens naar een spin, hij kan zomaar onder een blad verdwijnen. Zoals deze gewone doolhofspin. Ben je te nieuwsgierig, dan kruipt hij dieper zijn web in.
Ook hele kleine spinnen kruipen snel weg. Zoals bijvoorbeeld een springspin. Die zijn er in vele soorten. Rechts zie je een soort, de marpissa, een schorsmarpissa.
Veel mensen zijn bang voor spinnen, ze vinden ze vies en eng. Maar wist je dat spinnen juist vrienden van ons zijn? Ze zijn niet vies of eng. Ze zijn dapper en vangen de vieze beestjes juist in hun web. Voor ons.
Dit zit zomaar in jou tuin. Maar ga eens in jou eigen tuin op safari en ontdek de wondere wereld van de insecten. Heb jij wel eens gehoord van de bepoederde waterroofkever. Het is een snelle loper, leeft in de buurt van het water van de vijver.
Het is een niet veel voorkomende kever. En dat kom je dan zomaar in jou tuin tegen. Maar niet alleen grotere insecten, ook kleine of lange kom je ertegen. Zo loopt er, met een schokkende beweging, een staafwants over de stoep. Van het ene water naar het andere.
Een staafwants, of waterstaafwants, komt uit de familie waterschorpioenen. Het is een vrij algemeen voorkomende soort. Als je een vijver hebt, kijk dan maar eens op je vijver. Hij ziet er vreemd uit, lang lijf, ogen halverwegen, maar wat een mooi wonder is het.
Als je je tuin goed onderhoud, insect-vriendelijk, kan het zomaar gebeuren dat een grote nachtvlinder op je kleding komt zitten. Of dat de bedoeling is? Denk het niet. Maar mooi is het wel. Links de vlinder op de rug, rechts de snuit van de vlinder. Prachtig.
- Details
- Hits: 1540
- Details
- Hits: 1582
Zeg jij het Doorntje
Wat moet het doorntje zeggen? Wie is eigenlijk Doorntje? Of liever, wat is het. Doorntje is een sprinkhaan. Van het doorntje zijn er diverse soorten, maar vandaag hebben we het Zeggedoorntje gevonden. Een klein beestje, niet erg opvallend. Niet zeldzaam, maar ook niet veel voorkomend. De doorn aan het achterlijf is bij de vrouw 10-12 mm, bij de man 12-15 mm. Er zijn ook kortdoornige, bij beide is de doorn 2 mm korter.
Voor een doorntje is het een vrij fors, vaak egaal lichtbruine sprinkhaan. Sommige hebben fijne lijntjes over het halsschild of zijn bonter van kleur. Andere zijn weer vrij egaal. Zo eenvoudig te herkennen? Niet echt. Het halsschild reikt ver voorbij de achterknie en de achtervleugels ruim voorbij het einde van het halsschild.
Waar kun je deze diertjes vinden?
Het Zeggedoorntje heeft de voorkeur aan vochtige tot natte gebieden. Dus in de buurt van water. Meestal op vrij kale plekken. Geluid maken, wat je bij andere soorten sprinkhanen dus wel hebt, vind je bij deze dus niet. De eitjes het doorntje worden in de periode van april tot juni gelegd in vochtig zand. Nimfen doorlopen als mannetje vijf stadia en als vrouwtje zes stadia. Zijn ze vroeg uitgekomen, dan worden ze in dat zelfde jaar volwassen. Komen ze vanaf half juli uit, dan overwinteren ze. Volwassen dieren kun je tegenkomen april/mei en augustus/september. Volwassen dieren overwinteren.
Dus, kijk goed langs watervennen/plassen op planten of riet. Je kunt er zomaar één tegenkomen.
- Details
- Hits: 1778
Boszandloopkever
Wanneer krijg je de kans om bijzondere diertjes te bewonderen? Nou, eigenlijk elke dag, want kijk eens om je heen. Zie je niet enorm veel rondvliegen, rondkruipen of stil van de zon zitten genieten. Overal is leven, nieuw leven. Levende wezentjes, heel klein of misschien wat groter. Het leeft, ze bewegen, ieder op zijn eigen manier. De één vreet alles kaal, de ander heeft niet eens een mond. En toch leeft het. Hoe bijzonder is dat. Als je bedenkt dat de grootste kever van ons land, het vliegend hert, de man alleen maar kan voortplanten, maar eten niet. Zo ook de haft, ééndagsvlieg, Al leeft niet elke haft maar één dag, sommige soorten wel drie weken. En kijk naar de stippelmot, die vreet de hele meidoorn kaal. Maar, de boom heeft iets achter de hand, namelijk slaapknoppen. Zodra de rupsen tot vlinder zijn gekomen, ontwaken de nieuwe knoppen en is de meidoorn weer de meidoorn. Soms kom je zeldzame diertjes tegen, zoals deze Boszandloopkever. Hij lijkt veel op de bastaardzandloopkever, Maar als je goed kijkt zie je de verschillen. Dit is toch heel bijzonder, daar het dier vrij zeldzaam is. Hij leeft op zandgrond, aan de rand van het bos en in droge heide.
Maar natuurlijk zie je veel meer, je moet er alleen de tijd voor nemen, en het geduld opbrengen.
In deze tijd van corona hebben we wel meer tijd, maar niet het geduld. Toch, het zijn geen vieze kriebelbeestjes, ze zijn heel fascinerend, heel bijzonder. Zeer de moeite waard.
Ik zeg, neem even de tijd en kijk in jou tuin, op jou balkon, desnoods in je kamerplanten. Overal is leven, hoe klein ook.
Noteer eens voor jezelf wat je allemaal gezien hebt, ook al weet je misschien de namen niet. Het is allemaal heel bijzonder.
Succes allemaal.
- Details
- Hits: 1571
Vreemde wezens.
Ken jij dat? Wandel je heerlijk in de natuur, krijg je plotseling het idee dat er naar je gekeken wordt. Verbeeld ik het me nu of is dat ook waar?
Deels is het waar. Overal in de takken en bladeren zitten kleine wezentjes, die, als je ook maar iets te dichtbij komt, hun pootjes naar je opsteken. Nee, zwaaien doen ze niet. Ze laten merken; als je te dichtbij komt, zal ik je leren.
Wat ze je zullen leren is wel duidelijk, niets dus. Ze zijn te klein. Maar wat dapper zoals zo'n klein, vreemd wezentje dat doet, wat een lef heeft hij. Kijk nou deze grote wintervlinder. Nou, zoals zijn naam zegt, zou hij groot moeten zijn. Maar het is een klein rupsje.
Wist je dat deze rupsen verschillende kleuren hebben? Dat heeft te maken met het stadium waarin hij zich bevindt. Kijk, deze heeft namelijk duidelijk een andere kleur.
Maar toch is het beide dezelfde grote wintervlinder.
Deze soort behoort tot de spanners. Die naam hebben ze te danken aan hun rupsenstadium. Ze spannen namelijk hun hele lijf tot een boog. Op deze manier verplaatsen zij zich. Kijk maar op deze foto. Het gaat hier om dezelfde soort.
Maar wat zit er nog meer in die struiken? Zullen we eens dichterbij kijken? Ho, stop, ik zie een hyena.
Dan zul je denken, die is gek. Maar nee hoor. Deze rups is namelijk van de hyena. Dus, een hyena is niet alleen een groot roofdier in Afrika? Nee, het is ook een vlinder, die in ons eigen land voor komt.
Hoe bijzonder is dat nou. Zo zie je dat we al door twee wezentjes zijn nagestaart.
Zie jij nog iets tussen de bladeren? Er zit vast nog iets bijzonders. Want zie jij dat kleine blauwe ding, kijk, daar. Het lijkt net de voorkant van een trein, maar het is ook een rups, de ringelrups. Weet je waarom of hij zo heet? Zij legt haar eitjes in een ring om een takje heen, vandaar de naam ringelrups. Het is een bijzonder mooi dier, prachtig van kleur.
Zo hebben we al drie verschillende rupsen gezien. Maar er zijn er nog vele en vele meer. Maar er zit nog meer tussen de bladeren. We wandelen van struik naar struik en zien dan een prachtig gekleurde vlieg zitten. Maar is het wel een vlieg?
Het is een kleine wespenbok. Het is geen bok zoals wij die kennen. Nee, deze soort behoort tot de boktorren. Maximaal wordt hij maar 15 mm. Door zijn gele strepen zou je ook aan een wespensoort kunnen denken. Maar heus, hij behoort tot de boktorrenfamilie. Het is een prachtig diertje.
Hier hebben we de krompootdoodgraver.
Zij hebben alles te maken met het opruimen van doden dieren. Maar als je goed kijkt, heeft deze opruimer zelf ook niet veel geluk. Hij zit namelijk onder de bloedluizen. Dat gaat hem zeker het leven kosten en geeft de bloedluizen het leven. Het dier heeft prachtige kleuren. Maar de schoonheid tzal hem niet redden. Helaas voor dit wezen.
En nu we het over dode dieren en hun opruimers hebben, zijn hier nog twee soorten. Als de eitjes uitkomen, hoopt de rups ooit tot zo'n prachtige vlinder te komen. Maar helaas, er zijn stropers op de kust. Uh, ik bedoel in het bos. Want hier hebben we de rupsenaaskeven. Als de rups dood is, door parasieten of anders, ruimen zij deze dieren op. Het klinkt allemaal niet leuk, maar in de natuur geld de wet van de allersterkste.
Maar........als zo'n rups het eindstadium van zijn leven als rups haalt, is het tijd om zich te verpoppen. Dan spint de rups een cocon om zich heen en geschied er een ware metamorfose, gedaanteverwisseling.
Maar.........dan moet niet deze grote knaap in de buurt zijn. Dit is de poppenrover. Zo zie je dat je als kleine, dappere rups eigenlijk niet opgewassen bent tegen wie jou kwaad willen doen.
Gelukkig dat er zoveel eitjes worden gelegd waaruit weer zoveel kleine rupsjes geboren worden. Enkele daarvan zullen volwassen worden en tot een prachtige vlinder ontpoppen. En dat willen we graag bewonderen.
- Details
- Hits: 2532
Zilveren boomkussen.
Waar denk je aan als je die naam hoort? Zilveren boomkussen. Ik zou al snel denken aan een heerlijk gezondheidskussen. Helaas, dan heb ik het toch echt fout. Een Zilveren boomkussen is een schimmel, een slijmzwam. Deze zwam is niet zeldzaam, maar komt veel in Nederland voor. Het pasmodium, moeilijk woord, maar dat is de massa, bestaat uit samengesmolten cellen, waar de oorspronkelijke kerncellen aanwezig blijven.
Je vindt deze zwam op staand of liggend dood hout. Meestal loofhout. De verse zwam voelt zacht aan. Als je hem aanraakt ontstaat er een deukje, maar deze trekt bij een verse zwam weer glad. Als hij wat langer aanwezig is, wordt hij hard en zal verkleuren tot een bruinachtige bol.
Als je zo kijkt, lijkt wit, maar als je goed kijkt zie je een zilverachtige glans.
Wanneer hij opgedroogt is, zal hij scheuren en zijn sporen zullen zich met de wind verspreiden. Soms is het even goed om je heen kijken, voor je iets van deze zwam ziet. Goed opletten dus.
Kun je het Zilveren boomkussen eten? Hij is niet giftig, maar of hij lekker is? Ik betwijfel het. Misschien toch eens proeven.
Zilveren boomkussen, Reticularia lycoperdon. Stam Amoebozoa, klasse slijmzwammen.
- Details
- Hits: 1424
Wat heb je een geluk als je al heerlijk aan het water kunt zitten, daar de meeste plekken worden afgesloten en je niet meer ontspannen aan het water kunt genieten. Dan ben je blij dat je toch nog plekjes weet. Zo ook deze plek.
Het was een heerlijk warme lentedag. 24 graden, echt niet verkeerd. Heel de wereld gaat gebukt onder het coronavirus. Wat is het dan fijn als je ergens rustig kunt zijn, even weg van huis, zonder dat je met anderen in aanraking komt en zohet risico op het virus kunt lopen. Met z'n tweeën en de hond, zitten we te genieten van de prachtige zang van de nachtegaal. Een klein, eenvoudig gekleed vogeltje, maar met gouden klanken. Zien laat hij zich niet, maar hij heeft wel het hoogste woord, ik bedoel zang. Prachtig. Watervogels dobberen op het water. Eenden en meerkoeten. Dan weer vliegt er een ijsvogel langs. Die is zo snel dat een foto me echt niet gelukt is. Jammer. Een enkele boot passeert ons.
Maar dan........... Plotseling steekt er iets over. Het zwemt stevig door. Wat is het? Ik pak de verrekijker en zie dat het een bever is. Wat geweldig mooi. Zoiets zie je niet alle dagen. Ik probeer foto's te maken. Maar helaas is er geen echt scherp. Niet te min, hij staat er op. Verstoppen is voor hem niet mogelijk. Hij zwemt langs een meerkoetennest, maar krijgt er flink van langs. Pfff, gelukkig goed afgelopen.
Voor ons duikt een fuut uit het water op. Hij neemt de tijd om eens rustig te poetsen. Eenmaal alle veren glad is het tijd voor.........hij rekt zich eens flink uit. Ik moet wel zeggen dat hij vreemde vormen aanneemt. Maar het geeft een geweldig mooi plaatje. Wees eerlijk. Ja toch.
- Details
- Hits: 1446
Insecten in de groene tuin.
Wat kunnen we in onze tuin tegenkomen? Tenzij je alleen grind of tegels hebt, leeft er heel wat in je tuin. Maar zelfs in grind en op tegels leeft het één en ander. Ga er maar eens even voor zitten. Maar wel in jou tuin.
Ik laat jullie kennis maken met enkele insecten die in mijn groene oase leven. Dit is de Blinde bij, eristalis tenax. Aan zijn naam zou je denken aan een bij die niet kan zien, maar dat is allerminst waar. In het beginstadium van de bij leeft hij als Rattenstaart, als larve, in het water. Eenmaal als volwassen zweeft hij in de lucht. Daarbij maakt hij een zoement geluid en laat de pootjes hangen. Ze lijken veel op Honingbijen, maar hij heeft de vleugels breed, een honingbij heeft ze op de rug. Mannetje en vrouwtje zijn goed herkenbaar. Bij de mannetjes zitten de ogen tegen elkaar aan, bij de vrouwtjes zit er ruimte tussen de ogen. Ze komen vrijveel voor, ook vast bij jou in de tuin.
Dan hebben we de Grote kommazweefvlieg. Een hele mond vol. Deze vliegen, de naam zegt het al, zweven langdurig in de lucht. In tegenstelling tot de Blinde bij hoor je deze niet. Soms verschieten ze plotseling van plaats, alsof ze afgeschoten worden. Dan moet je ze weer even zoeken. Als je bloemen in je tuin hebt, zullen ze er af en toe op zitten, en als er geen beweging in hun nabijheid is, dus als je goed stil zit, kunnen ze een hele tijd op hun plaats blijven.
Onze grotere vriend, de Franse veldwesp, polistes dominula, is in eerste instantie een hulp voor ons mensen. Hij jaagt op insecten, waardoor wij minder last van ze hebben. Maar vergis je niet, ze kunnen wel degelijk steken. Dus altijd oppassen geblazen. Wel is de wesp minder goed voor zeldzame vlindersoorten, want ook die verschalkt hij als lekker hapje.
En dan een hele mooie soort. De Slijkvlieg. Neem bijvoorbeeld de Elzenvlieg, Slijkvlieg, Sialidea. Een groot, donker insect. Ze leven van nectar en zijn vaak te vinden langs oevers. Het zijn geen sterke vliegers. Bij verstoring zullen ze ook maar een klein stukje van hun plaats vandaan gaan. Hun larven leven onder water. Ze lijken op een duizendpoot. Na twee jaar gaan aan land om te verpoppen.
En ook andere insecten komen er in de tuin voor, zoals het lieveheersbeestje. Hier het Citroenlieveheersbeestje. Een klein diertje, maar o zo mooi om te zien.
Het diertje leeft op kruidige bloemen, zoals schermbloemen.
En als laatse heb ik hier het Zevenstippelig lieveheersbeestje. Een gewone soort die veel voorkomt. Vroeger dachten we dat de stippen de leeftijd waren. Maar het zijn verschillende soorten lieveheersbeestjes. Deze dieren kom je ook in de winter tegen. Kijk dan maar eens op zolder, of achter de plooien van je gordijnen. Laat ze daar maar rustig zitten, want ze zijn in winterslaap. In het voorjaar zullen ze weer een uitweg naar buiten vinden. Voor degene die dat niet lukt, hij zal sterven.
Natuurlijk leeft er nog veel meer in de groene tuin. Maar daarover een volgende keer. Kijk goed wat jij in jou tuin tegenkomt. En geniet van elk levend wezen, hoe klein ook. Het zijn kleine wondertjes. Alles wat ze nodig hebben zit er aan.
Veel plezier met jullie waarnemingen.
- Details
- Hits: 1465
Dieren uit het veld
Vandaag zijn we het veld maar weer eens ingegaan. Het is begin april en erg warm voor de tijd van het jaar. De diertjes komen door het warme weer massaal tevoorschijn. Het inventariseren kan weer beginnen. Helaas is alles wel beperkt door het coronavirus, maar wij blijven ver van elkaar op het veld, veiligheid voorop. Naast twee wilde zwijnen hebben we ook kleine dieren waargenomen. Wat ons opviel was dat er veel verschillende soorten vlinders rondvlogen.
Zoals de citroenvlinder, het witje, een dagpauwoog, dikkopjes.
En hiernaast het groentje. Ze vlogen met z'n vieren om elkaar heen. Hoger en hoger.
Dan komt er één naar beneden en gaat dicht bij mij op de grond zitten. Heel voorzichtig probeer ik hem te fotograveren. En dat lukt.
Maar ook de kleine vuurvlinder waagt het om naast me op de grond te landen.
Wat een prachtige kleuren. Zo teer en toch zo sterk. Van de kleine vuurvlinder heb ik er maar één gezien.
Natuurlijk waren er nog meer insecten, want daar kwamen we toch voor. Veel nimfen van sprinkhanen en wantsen en spinnen uiteraard. En natuurlijk allerlei bijtjes en hommels. Wij hadden wel een heel mooie spin. De korstmosrenspin. Deze is heel moeilijk waar te nemen.
Kun jij hem zien zitten? Heel erg verstopt drukt hij zich tegen de stam. Wat een wondermooi diertje is het toch.
Dit is de grauwe veldwants, die komen we net tegen. Hij komt uit de familie schildwantsen. Ooit was hij zeldzaam, maar hij rukt steeds verder op in Nederland. Hij loopt tegen deuren en ramen op om een overwinterplekje bij jou binnen te bemachtigen. 10 jaar geleden was deze soort nog zeldzaam.
Hij wordt ook wel de grauwe schildwants genoemd.
Natuurlijk hebben we nog veel meer gezien, maar dat is weer voor de volgende keer. We blijven ons verwonderen hoe al deze dieren er weer anders uit zien. Van elk dier hier op de foto's zijn weer zoveel andere, totaal verschillende soorten en ondersoorten. Een wonder van de Schepper.
Toen ik de wants aanraakte, om hem iets te verplaatsen, kwam er plotseling een heel apparte geur aan mijn vinger. Het bleek dat de wants de geur afscheide. Onaangenaam was het niet, maar wel appart om dit te beleven. Kleine stinkerd.
Om half drie hielden wij het voor gezien. Omdat het in het veld erg drassig was, hadden we het nodige water in de schoenen staan. Gelukkig was de temperatuur ruim boven de twintig graden, dus koud was het niet. Het was weer een rijke eerste veldwaarneming. Nieuwe soorten hebben we niet ontdekt, maar wel heel veel verschillende. Het is nog vroeg in het seizoen, we kunnen nog van alles gaan beleven.
- Details
- Hits: 2900
Wel eens gehoord van een Bladpootrandwants?
Vandaag ontving ik een foto van een wants die ik nog nooit gezien had. Hij leek zeldzaam, maar na enige informatie, blijkt de wants sinds 2007 in Nederland en 2006 in België waargenomen te zijn.
Toch is elke eerste waarneming van iets, een bijzondere waarneming. Het is voor jou immers de eerste waarneming.
Zo ook deze bladpootrandwants, leptoglossus occidentalis.
Het is een excoot, afkomstig uit Amerika. Hij stamt van de geleedpotige, en is halfvleugelig, uit de familie randwantsen.
Zijn voedsel bestaat uit sap van vroege kegels van de conifeer.
Je kunt ze aantreffen in bossen, maar soms zijn ze gewoon in je tuin te vinden.
Bij verdediging kunnen ze enorm stinken, maar ook lekker ruiken, bv naar bananen of naar dennen.
Ze proberen je, bij bedreiging, te steken met hun steeksnuit, maar zijn nauwelijks in staat je te pijnigen, omdat de snuit eigenlijk bedoeld is om sappen op te nemen.
Een bijzondere verschijning, de Bladpootrandwants.
Deze foto is gemaakt in België. Fotograaf is Sebastiaan Grevengoed.
- Details
- Hits: 1898
Vreemde beestjes in de vijver.
Vandaag trof ik in mijn vijver een diertje aan wat ik nooit eerder gezien heb. Nou zal dat wel vaker gebeuren. Maar in een vijver, waar je geen diertjes in hebt gedaan, komen zomaar vreemde wezentjes langs zwemmen.
Allereerst zag ik daar een bootsmannetje. Nu ken ik die, maar toch, hoe komt zo’n diertje daar nou in? Later kijk weer even in mijn vijver en zie, een rupsachtig beestje met een lange staart. Ik heb gezocht en zie, het is een rattestaart. Het heeft niets met een rat te maken en de staart zal later ook verdwijnen. Maar wat is het dan?
Een rattestaart is een larve van de blinde bij. O, zult u denken, bestaan er dan bijen die blind zijn? Nee, dieren hebben ogen en kunnen kijken. Alleen dieren diep in de zee en dieren in de grond hebben geen ogen of ogen die niet kunnen kijken. Een blinde bij is ten eerste helemaal geen bij. Het is een zweefvlieg. Hij lijkt wel heel sterk op een bij, maar steken kan hij niet. En blind? Hoor ik u denken. Nee, blind is hij allerminst. De blinde bij heeft veel haar boven zijn ogen, daar dankt het dier haar naam aan. Niet te min, voor mij was het een wonderlijke ontdekking. Nooit eerder gezien.
Hebben jullie, heeft u een vijver thuis? Ga eens rustig aan de rand zitten. Rustig, want waterdieren zien jou zitten en zullen naar beneden duiken. Kijk eens wat je allemaal langs ziet zwemmen.
Ik zou zeggen, ga op ontdekkingsreis door je eigen vijver. En wie weet wat jij voor wondertjes bij jou/u aantreft.
Heel veel plezier allemaal.
- Details
- Hits: 1427
Vleermuizen, wat zijn dat?
Vleermuizen zie je niet zo snel. Tenzij je in de warmere dagen in je straat, in het bos, op een laan, even naar omhoog kijkt. Dan is de kans groot dat je er één of meerdere ziet rondfladderen. Vleermuizen zijn nachtdieren. Overdag verschuilen ze zich in donkere ruimtes. Dat kan zelfs bij u in de spouwmuur zijn.
Is het dan niet moeilijk voor de vleermuis om aan voedsel te komen?
Vleermuizen eten insecten. Die vliegen overdag. Maar niet alleen dan, want andere insecten leven in de nacht.
Hoe kan de vleermuis de insecten zien?
Daar heeft hij iets heel speciaals voor ontwikkeld. En daarmee kan hij probleemloos de insecten vinden. Vleermuizen kijken niet met hun ogen, zoals de meeste dieren dat doen, maar ze kijken met hun oren. Zijn ogen zijn zeer lichtgevoelig. Ook ziet hij veel minder kleur dan de mens. Lichtvervuiling is voor de vleermuis een groot probleem. Tegenwoordig zien we in ons land op steeds meer plaatsen groene straatverlichting verschijnen. Maar nog altijd is het licht. Tijdens de vlucht maakt de vleermuis voortdurend geluiden. Die geluiden weerkaatsen op een voorwerp in zijn omgeving. Doordat die geluiden terugkaatsen naar de oren van de vleermuis, weet hij wat er op zijn pad is. Dat kan een voorwerp zijn, maar ook een insect. Dat noemen we een echolocatie. Voor de meeste mensen is het geluid te hoog. De echo bepaald ook de afstand. Hoe eerder het geluid terug kaatst, hoe dichterbij het voorwerp in de buurt is. Vleermuizen kunnen zelfs aan het geluid van de weerkaatsing horen welk dier zich voor hen bevind.
Hoeveel soorten vleermuizen zijn er in ons land?
In Nederland leven zo’n 20 soorten vleermuizen. Wereldwijd zijn dat er zo’n 1000.
Vleermuizen kunnen wel 20 jaar oud worden. En toch zijn het heel kwetsbare dieren.
- Hoe kunnen wij een vleermuis horen?
-
Het is zeker geen goedkoop apparaat, maar met een Bat detector kun je het geluid vleermuizen ontvangen. Vleermuizen hebben hun eigen geluid en hun eigen frequentie. Op internet zijn de geluiden van de verschillende soorten te vinden. Dat maakt het gemakkelijker om een soort te herkennen.
Vleermuizen blijven toch een beetje mysterieus, maar dat maakt het ook zo spannend. Het zijn zeer slimme dieren. Er is nog veel werk te doen in onderzoek en kasten e.d. Dat is specialistenwerk. Maar als je het interessant vind, kun je je bij werkgroepen aansluiten. Er zijn nog vele handen nodig om dit diertje te beschermen.
Rabies of hondsdolheid.
De naam hebben we vast wel eens gehoord. De kans dat een vleermuis rabies overbrengt is zo goed als nul. In Nederland is er maar één soort (laatvlieger) die de ziekte kán hebben. De overige 19 soorten vleermuizen in Nederland zijn dus niet besmet. Bovendien kan de ziekte alleen overgebracht worden door een beet van een vleermuis. Een vleermuis zal nooit zomaar uit zichzelf bijten. Alleen als het dier wordt opgepakt kan hij uit zelfverdediging bijten.
Bron: Zoogdierenvereniging.