Vreemde wezens.
Ken jij dat? Wandel je heerlijk in de natuur, krijg je plotseling het idee dat er naar je gekeken wordt. Verbeeld ik het me nu of is dat ook waar?
Deels is het waar. Overal in de takken en bladeren zitten kleine wezentjes, die, als je ook maar iets te dichtbij komt, hun pootjes naar je opsteken. Nee, zwaaien doen ze niet. Ze laten merken; als je te dichtbij komt, zal ik je leren.
Wat ze je zullen leren is wel duidelijk, niets dus. Ze zijn te klein. Maar wat dapper zoals zo'n klein, vreemd wezentje dat doet, wat een lef heeft hij. Kijk nou deze grote wintervlinder. Nou, zoals zijn naam zegt, zou hij groot moeten zijn. Maar het is een klein rupsje.
Wist je dat deze rupsen verschillende kleuren hebben? Dat heeft te maken met het stadium waarin hij zich bevindt. Kijk, deze heeft namelijk duidelijk een andere kleur.
Maar toch is het beide dezelfde grote wintervlinder.
Deze soort behoort tot de spanners. Die naam hebben ze te danken aan hun rupsenstadium. Ze spannen namelijk hun hele lijf tot een boog. Op deze manier verplaatsen zij zich. Kijk maar op deze foto. Het gaat hier om dezelfde soort.
Maar wat zit er nog meer in die struiken? Zullen we eens dichterbij kijken? Ho, stop, ik zie een hyena.
Dan zul je denken, die is gek. Maar nee hoor. Deze rups is namelijk van de hyena. Dus, een hyena is niet alleen een groot roofdier in Afrika? Nee, het is ook een vlinder, die in ons eigen land voor komt.
Hoe bijzonder is dat nou. Zo zie je dat we al door twee wezentjes zijn nagestaart.
Zie jij nog iets tussen de bladeren? Er zit vast nog iets bijzonders. Want zie jij dat kleine blauwe ding, kijk, daar. Het lijkt net de voorkant van een trein, maar het is ook een rups, de ringelrups. Weet je waarom of hij zo heet? Zij legt haar eitjes in een ring om een takje heen, vandaar de naam ringelrups. Het is een bijzonder mooi dier, prachtig van kleur.
Zo hebben we al drie verschillende rupsen gezien. Maar er zijn er nog vele en vele meer. Maar er zit nog meer tussen de bladeren. We wandelen van struik naar struik en zien dan een prachtig gekleurde vlieg zitten. Maar is het wel een vlieg?
Het is een kleine wespenbok. Het is geen bok zoals wij die kennen. Nee, deze soort behoort tot de boktorren. Maximaal wordt hij maar 15 mm. Door zijn gele strepen zou je ook aan een wespensoort kunnen denken. Maar heus, hij behoort tot de boktorrenfamilie. Het is een prachtig diertje.
Hier hebben we de krompootdoodgraver.
Zij hebben alles te maken met het opruimen van doden dieren. Maar als je goed kijkt, heeft deze opruimer zelf ook niet veel geluk. Hij zit namelijk onder de bloedluizen. Dat gaat hem zeker het leven kosten en geeft de bloedluizen het leven. Het dier heeft prachtige kleuren. Maar de schoonheid tzal hem niet redden. Helaas voor dit wezen.
En nu we het over dode dieren en hun opruimers hebben, zijn hier nog twee soorten. Als de eitjes uitkomen, hoopt de rups ooit tot zo'n prachtige vlinder te komen. Maar helaas, er zijn stropers op de kust. Uh, ik bedoel in het bos. Want hier hebben we de rupsenaaskeven. Als de rups dood is, door parasieten of anders, ruimen zij deze dieren op. Het klinkt allemaal niet leuk, maar in de natuur geld de wet van de allersterkste.
Maar........als zo'n rups het eindstadium van zijn leven als rups haalt, is het tijd om zich te verpoppen. Dan spint de rups een cocon om zich heen en geschied er een ware metamorfose, gedaanteverwisseling.
Maar.........dan moet niet deze grote knaap in de buurt zijn. Dit is de poppenrover. Zo zie je dat je als kleine, dappere rups eigenlijk niet opgewassen bent tegen wie jou kwaad willen doen.
Gelukkig dat er zoveel eitjes worden gelegd waaruit weer zoveel kleine rupsjes geboren worden. Enkele daarvan zullen volwassen worden en tot een prachtige vlinder ontpoppen. En dat willen we graag bewonderen.
Reacties mogelijk gemaakt door CComment