Maandag 12 mei.
Heide op de Veluwe.
Even deed ik een uitstapje over de heide, op de Stakenberg. Het eerste wat mij opviel was de vergrassing. Het pijpenstrootje geeft de heide weinig kans tot opbloeien.
Maar wat meer opviel is de, dood lijkende, heide. Dood lijkend, want dood is het niet. Boosdoener is het heidehaantje. Vorig jaar heeft dit haantje grote heidenvelden kaalgevreten. Omdat er nauwelijks vorst van betekenis is geweest, hebben veel haantjes het overleeft. Ook nu zie je alweer heidehaantjes aan de nog resterende groene loten vreten.
De rups van de hageheld op deze kaalgevreten stukken hebben het moeilijk. Ik heb er diverse dunne, half ingeteerde rupsen gezien. Iets verder de hei op is de heide meer groen en zie je heerlijk gezonde, dikke rupsen, een heel verschil.
Op de kale stukken zie je de heide op de toppen een poging doen jong groen aan te maken.
Vandaag was ik nog even op ons adoptieterrein "Landgoed Gerven/Blarinckhorst". Even kijken of ik nog iets bijzonders zag voor onze eindpresentatie donderdag 22 mei a.s. Alles groeit en bloeit en ziet er prachtig voorjaar uit. Plotseling valt mijn oog op een heel klein vlindertjes, een mot eigenlijk. Ik dacht, zooo, vast zeldzaam. Maar bij thuiskomst in de boeken gekeken, en helaas, niet zeldzaam. Maar voor mij toch helemaal nieuw Ik had zo'n beestje nog nooit gezien. Wat is het nou voor diertje? Ik laat de wetenschappelijke namen achterwegen, er zijn genoeg site over te vinden. Maar de Nederlandse naam is Geelband Langsprietmot. Op de foto hierbij zie je hoe bijzonder mooi zo'n klein diertje, zo opvallend, onopvallend op een blad kan zitten.
Heel bijzonder om te zien.
De berkenwants (Elasmucha grisea) is een insect, een wants uit de familieAcanthosomatidae.
De maximale lengte ligt meestal tussen 6 en 9 millimeter lang en het lichaam is enigszins driehoekig, en heeft zoals de meeste wantsen een duidelijk zichtbaar driehoekig 'schildje' op het midden van de rug, dit wordt ook wel scutellum genoemd.
De berkenwants is niet schadelijk voor de gezondheid. Ook de berkenboom waarop de berkenwants leeft, lijdt niet onder de berkenwants. Wel kan de berkenwants wat overlast veroorzaken. Door de grote aantallen is het soms vervelend als de wantsen voorkomen op bijvoorbeeld het terras, op de speelplek of in de woning. Als men de berkenwants doodslaat komt er een onaangename geur vrij.De kleuren van dit dier zijn soms prachtig rood met groen, maar ook meer bruine tot grijze exemplaren komen voor. Hij leeft dus op berken en zuigt plantensappen op.
Ook de jonge dieren (nimfen) leven van plantensappen en lijken vlak na de geboorte nog niet op de ouderdieren omdat ze afwijkende kleuren hebben en nog geen vleugels. Net uit het ei zijn ze nog zwart met een geel lijf, later kleuren ze groen met een gele lijnentekening.
Opmerkelijk is dat de moederwants haar eieren en de pas uitgekomen jongen een tijd bewaakt. Vlak nadat de nimfen een eigen weg gaan zit haar taak erop en sterft ze korte tijd later. Ook zoeken de vrouwtjes elkaar op en bewaken elkaars jongen waardoor grote hoeveelheden nimfen kunnen worden aangetroffen. Het komt wel meer voor dat insecten de eitjes en/of de jongen beschermen, maar dat diverse ouderdieren elkaars jongen bewaken gaat net iets verder. Bij deze soort heeft de aanwezigheid van roofdieren als mieren daar waarschijnlijk mee te maken; zonder bescherming van de moeder worden de nimfen binnen korte tijd allemaal opgegeten.
Reacties mogelijk gemaakt door CComment