Kraanvogels in Nederland
Wat een vreemde vogel loopt daar in de wei. Wat zou het toch zijn? Hoor je dat geluid? Het lijkt wel of ze op een trompet blazen. Even de verrekijker erbij pakken. Zo, nu kunnen we zien wat daar eigenlijk staat. O, prachtig. Het zijn Kraanvogels. Ik heb ze wel vaker in Nederland gezien, maar dan van grote afstand. En nu staan ze bijna voor je, wat is dat mooi. Snel de camera erbij pakken, want wanneer krijg je weer zo'n kans, het zijn immers wilde vogels, gasten in ons land.
Plotseling beginnen ze te roepen. Wat een geluid. Als je daar toch eens naast stond, verging je het horen. Gelukkig is het wat verder af, maar duidelijk te horen. Geweldig dat dat zomaar in ons land kan. Als nu de zon hoog aan de hemel had gestaan, had ik me zo in Afrika gewaand. We wandelen door een hoogveengebied in Nederland, een uniek gebied. Het Fochteloërveen. Maar ook in het Dwingelerveld komen de kraanvogels broeden. Deze winter hebben we daar ook een bezoek aan gebracht, toen viel het aantal vogel, vergeleken met Polder Arkemheen, erg tegen. Natuurlijk wel heel mooi om in zo'n uniek gebied te kunnen wandelen. Maar nu was het een oase van Kraanvogels.
Wat is het voor een vogel?
Kraanvogel, (Grus grus) Komt uit de familie kraanvogels. Hij wordt ook wel de Europese kraanvogel genoemd. De vogel broed in Hoogveenmoerassen. En waar vind je dat beter als in het Fochteloërveen. Meestal zie je alleen de doortrekkers in ons land. De vogel is geen bedreigede soort. Maar krijgt in dit gebied wel de nodige rust om het nest tot een goed einde te volbrengen.
De kraanvogel lijkt kleiner dan de ooievaar, maar in werkelijkheid is hij groter. Deze is gemiddeld 107 cm en de kraanvogel van 95 tot 120 cm groot. De spanwijdte van de vleugels is van 1.8 tot 2.4 m en de lengte van de vogel is tussen 1 m en 1.30 m. Het verenkleed is blauwgrijs en zijn vlucht majestueus. Achter op de kop is het wit en zijn keel zwart. Boven op zijn kop zie je de bekende donkerrode kruin zitten. Voor de broedperiode hebben de vogels een opvallende balts. Ze springen en dansen om elkaar heen. Het is prachtig om te zien. Dan is het tijd voor de nakomelingen. Meestal krijgen de kraanvogels één jong. Het is een nestvlieder. Dat betekend dat het jong het nest verlaat voordat het kan vliegen. Dit om aan roofdieren te ontkomen. De ouders blijven dan met het jong in de beschutting. Het jong wordt gevoed totdat het zelf kan vliegen. Ze zijn geen moeilijke eters, eigenlijk eten ze van alles. De vogels zitten in tijdelijke rustgebieden, afgesloten wandelpaden. Dat geeft de vogel rust om het ei en daarna het jong succesvol groot te brengen. Daarom is ook van een ieder van ons gevraagd respect te hebben voor de beheerders van zo'n gebied en blijf op de aangewezen paden. De hond mag mee. Maar denk nu niet, mijn hond gaat er niet achteraan. Hou je hond, zoals op de borden staat vermeld, aangelijnd. Dan kunnen we met z'n allen nog lang van deze gebieden genieten.